Stijging van de huren in de vrije sector nog 3 jaar gemaximeerd.

De komende jaren kunnen verhuurders met woningen in de vrije sector de huurverhoging niet zelf bepalen. Een Kamermeerderheid heeft het wetsvoorstel van onze “ minister van wonen” Hugo de Jonge gesteund. Wat betekent dit ?

Sinds 2021 gold er al een regeling die de huurverhogingen maximeerde in de vrije sector. Deze regeling dreigde af te lopen dit jaar waarop er is besloten om deze regeling te verlengen met 3 jaar. Het idee is om de maximale huurverhoging te koppelen aan de stijging van de CAO-lonen plus 1 procent. Eerder was deze regeling inflatie puls 1 procent maar door de hoge inflatie liep dit volledig uit de pas en heeft men besloten tot deze regeling met de koppeling van de stijging van de CAO-lonen. Ook dit zou een forse huurverhoging tot gevolg kunnen hebben per 1 juli dit jaar van 6.8%. Tot 1 mei is de maximale huurverhoging “slechts” 5.5 %.

Overigens wil De Jonge een deel van de huurwoningen in de vrije sector aan nog meer regels onderwerpen. Net als bij sociale huurwoningen moet er ook voor een deel van de vrije sector een maximum worden gesteld aan hoe hoog de huurprijs mag zijn. Via een puntenstelsel wordt dan bepaald hoe veel een verhuurder mag vragen. Het gaat om huurhuizen die volgens het puntenstelsel niet meer dan ongeveer 1100 euro per maand mogen kosten. Als de huur hoger is, kan een nieuwe huurder straks afdwingen dat die wordt verlaagd. Of dat voorstel door de Kamer wordt aangenomen, is nog zeer onzeker.